Anekdotes

We hebben enkele anekdotes verzameld die we te horen kregen en die schriftelijk aangeboden werden. Het zijn leuke voorvallen die een beeld geven van de persoon Alex Vinken.

Alex speelde tegen Alex.....

Een leuke anekdote dateert uit 1945 toen Alex Vinken een simultaan aan 36 borden gaf. Een simultaangever speelt normaliter met wit. Maar Alex maakte voor één speler een uitzondering: voorzitter Govers van SV Kerkrade mocht wit hebben. Deze buitengewoon goed van de tongriem gesneden voorzitter, die bij iedere gelegenheid een toepasselijk woordje wist te produceren, had grote retorische gaven. Maar zijn schaakkwaliteiten waren daar niet helemaal mee in overeenstemming. De voorzitter kreeg dus als enige van Alex het voorrecht om met wit te mogen spelen.

Alex Vinken wist toen niet, dat tussen Govers en Piet Römgens een afspraak was gemaakt om Alex tegen Alex te laten spelen...

De twee bestuursleden namen tegenover elkaar plaats, zodat ze elkaars borden konden overzien. Simultaangever Alex Vinken speelde bij Römgens 1. e4. Toen hij bij Govers kwam, speelde de met wit schakende Govers dezelfde zet. Vinken gaf 1... c5 als antwoord. Dit werd door Römgens, die dit van de overkant gezien had, ook gespeeld. Op soortgelijke wijze werd iedere zet van Vinken door de twee niet-werkelijke tegenstanders overgenomen. Aan beide borden ontstond dus dezelfde stelling. Het was toen inderdaad zo dat Alex onbewust tegen Alex speelde en Govers en Römgens waren dus in hun opzet geslaagd.

Bij de 25ste zet kreeg Alex Vinken in de gaten, wat die twee aan het doen waren. Alex zei er niets van, maar hij nam de proef op de som op het bord. Hij zorgde ervoor dat Govers een stuk won. En dus moest Piet Römgens een stuk verliezen! Dit was voor Alex het teken dat hij zeker wist wat de beide grapjassen in hun schild voerden. Voor die twee was de lol er toen af en ze gaven tegelijkertijd op.

Het totale resultaat dat Alex Vinken behaalde, was 30 gewonnen partijen, 1 ging verloren en 5 eindigden in remise. Een van zijn winstpartijen behaalde Vinken in een 'blindpartij' tegen Lambert Bemelmans.

 

'Ausweis, bitte'

Tijdens de oorlog was het voor Alex vaak een hachelijke onderneming om een bezoek te brengen aan de clubavond. Vanwege de verduistering brandde er geen straatverlichting en moesten de ramen van woonhuizen en openbare gebouwen ‘lichtdicht’ zijn. Alex ging dan op de fiets van Spekholzerheide naar Heerlen en moest in het donker bij een beetje maanlicht de weg zien te vinden.

Aangekomen bij het verduisterde clublokaal (café-restaurant “Ruto”, Saroleastraat 13, Heerlen) kon dan bij spaarzame binnenverlichting en in een koele speelruimte (de kolen waren op rantsoen) aan de partijen worden begonnen. De meeste spelers hielden hun jassen aan. Op de terugweg, zo rond middernacht, werd Alex vaak door Duitse controles tot stoppen gedwongen. Het klonk dan: „Halt! Wo wollen Sie hin? Ausweis, bitte”. Aangezien Alex een werkpasje van de Staatsmijnen bij zich had, kon hij zijn weg zonder problemen vervolgen.

 

Niet onder de indruk van het luchtalarm

Hub Triepels, schaakvriend en clubgenoot van Alex, heeft eens een voorval verteld van een clubavond in café “Ruto” in 1942: „We zaten aan het bord, midden in de partij, toen plotseling de sirenes begonnen te loeien: Luchtalarm! Alle schakers haastten zich door de gang richting schuilkelder, die toen in alle openbare gebouwen verplicht was. Ook ik stond op om naar de kelder te gaan. Alex bleef bewegingloos zitten, hij had blijkbaar niets gehoord. Ik moest hem aanstoten.' Alex, kom, de sirenes zijn afgegaan'. Alex zette de klok stil, keek nog even naar de stelling en zei: 'Laat het bord maar staan, straks spelen we verder'.”

 

De redder in nood

De schaker Tom Bus schreef onderstaande herinnering aan Alex Vinken.

Sinds het begin van mijn schaakloopbaan in 1975 heb ik een zeer grote liefde voor het snelschaken ontwikkeld. Eén van de hoogtepunten van het jaar is het traditionele snelschaaktoernooi om de Limburgse titel.

In januari 1980 speel ik voor de eerste maal mee in dit prestigieuze toernooi. In de hoofdgroep spelen toppers als Johan van Mil, Hein-Piet van der Spek en Jack Renet mee voor wie ik heilig ontzag heb.

Als beginnend schaker mag ik in de B-groep meedoen. Dank zij een geslaagde voorronde (via Amsterdams systeem) weet ik mij zowaar te plaatsen voor de finalepoule. De aanwezigheid van de cracks Alex Vinken en Nico Hougardy, de snelle Karl Schubert en jeugdtalent Timo Elbers verzekert een spannende finale. De outsiders Van de Logt, Crombach en Smets blijken een cruciale rol te spelen in het wedstrijdverloop.

Dat het toernooi spannend is geweest, is een licht understatement. Het toernooiverloop lijkt geschreven te zijn door Robert Ludlum en Thomas Harris. Het scenario voor de uitvoering van het toernooi ligt bij Alfred Hitchcock en wij, de schakers, zijn de acteurs in dit geheel.

Vanwege de historische juistheid zal ik de gebeurtenissen per ronde weergeven.

Ronde 1: Bus verliest van Karl Schubert terwijl Vinken, Hougardy en Elbers winnen.

Ronde 2: Schubert verliest van Alex Vinken maar verrassenderwijs verliest Hougardy van Crombach. Bus en Elbers winnen.

Ronde 3: Het driehoekje is compleet wanneer Bus wint van Alex Vinken. Hougardy herstelt zich en wint en Elbers wint wederom.

Ronde 4: Koploper Elbers (3:3) gaat kopje onder tegen Hougardy. Nadat Bus, Schubert en Vinken ook winnen zijn er 5 koplopers!

Ronde 5: Geen van de koplopers verzaakt en na de eerste helft van de finale ontstaat een zeer spannende tussenstand: Elbers, Vinken, Hougardy, Schubert, Bus met 4 punten; Crombach 2; Van de Logt 1,5; Smets 1; Berden 0,5; Linssen 0.

Ronde 6: Als eerste valt de jeugdige Timo Elbers af na zijn nederlaag tegen Karl Schubert. Ondanks de grote druk blijven Vinken, Hougardy en Bus ook winnen.

Ronde 7: De oplopende spanning wordt een enkeling te veel. De in mijn ogen grote favoriet Karl Schubert verslikt zich tegen good-old Hougardy en Alex vergeet zijn ‘klokje’ tegen Van de Logt. Elbers wordt door Bus verder teruggeworpen. Plotsklaps zijn er nog maar twee leiders: Hougardy, Bus 6 punten, Vinken, Schubert 5 punten, Elbers 4.

Ronde 8: In de strijd om de titel zijn Hougardy en Bus zó op de stelling geconcentreerd dat zij geen oog hebben voor het ‘nevengebeuren’. Bus ziet zijn vlag vallen maar doet nog snel een zet. Hougardy, nog steeds geen oog hebbende voor de tijd, repliceert à tempo waardoor nog wordt verder gespeeld. Bus claimt remise wanneer beide vlaggen gevallen zijn. Vinken wint van de uitgeputte Elbers en Schubert ziet zijn titelaspiraties verdwijnen na het onnodige verlies tegen Smets. Voor het ingaan van de laatste ronde is dit de stand: Hougardy, Bus 6,5; Vinken 6; Schubert 5; Elbers, Crombach 4.

Het is bekend dat Alex Vinken graag een borreltje lustte. In dit toernooi, het was tenslotte winter, besluit Alex al vroeg zijn lichaam op te warmen en zijn dorst te lessen. De vroege borreltjes hebben geen invloed op zijn sterkte en spelenderwijs bereikt hij de finale. In de pauze vóór de finale heeft Alex de inwendige mens dusdanig versterkt dat dit wel zijn sporen moet nalaten. Inderdaad geeft Alex in de finale een enkel puntje weg maar haalt hij er ook voldoende binnen om in de race te blijven voor het kampioenschap. Het grootste probleem in de finale vormt voor Alex het vinden van zijn tegenstander, zijn stoel of zijn uurwerk.

Alsof er hogere machten in het spel zijn, moet Alex in de laatste ronde tegen mijn concurrent Nico Hougardy spelen. Ik meen me zelfs te herinneren dat ik al bijna klaar ben met mijn partij voordat Alex de plaats waar hij moet spelen, gevonden heeft. Eenmaal aan het bord gezeten verandert er iets. Zijn hele hebben en houden concentreert zich op de 64 velden. Ogenschijnlijk laconiek voert hij zijn beginzetten uit. De meeste problemen vormen niet de kwaliteit van de zetten maar het uitvoeren ervan. Enkele malen zie ik zijn hand boven het bord bewegen om vervolgens in alle rust een pionnetje een veldje naar voren te schuiven. Menigmaal zie ik Alex de klok misslaan, waardoor hij een grote tijdsachterstand oploopt. Naarmate de partij vordert en het aantal toeschouwers rond het bord toeneemt, word ik steeds bedrukter. Nico Hougardy staat in de partij beter en Alex Vinken heeft nog maar een minuutje over. Ik zal geen Limburgs kampioen worden, althans niet ongedeeld.

Maar wat gebeurt daar! Langzaam, zeer langzaam maar zelfverzekerd begint Alex aan een grote Schwindel te werken. Met zijn laatste zet vindt Alex een opening naar de vijandelijke koning. Tastend naar rechts lukt het hem om zijn klok in te drukken. Nico antwoordt à tempo om Alex door de vlag te jagen. Met engelengeduld voert Alex zijn volgende zet uit op zoek naar zijn klok. Het vaantje staat al horizontaal! Pats! Nico heeft alweer gezet. Alex zoekt naargeestig naar zijn belangrijkste stuk en laat hem, al zoekende naar het juiste veld, enige seconden boven het bord zweven. Tik, tik, tik, is het enige dat de schare toeschouwers kan waarnemen. Ten slotte zakt zijn hand tergend langzaam naar de koningsvleugel! Nico ziet het matgevaar en offert na ampel beraad materiaal terug. Alex speelt Dxg7. Pats! Nico vlucht ijlings met zijn koning het vrije veld in. Alex heeft geen tijd om te kunnen matzetten! Als een sfinx blijft hij echter zijn dame besturen: Dxa7 plok, weer een pion. Hougardy zet à tempo en houdt nu wel de klok in de gaten. De laatste seconden tikken weg. Plotseling hoor ik een kort plok-geluid. Hougardy roept: ‘Vlag!’

Inderdaad, de tijd is om. Het plok-geluid komt echter niet van de klok maar van de witte dame die de laatste vijandelijke pion bemachtigt. Hougardy heeft geen matpotentieel meer, waardoor de uitslag remise wordt!

Vervolgens worden Alex en ik bedolven onder de felicitaties. Alex ontvangt deze gelaten en begeeft zich voldaan naar de toog. Deze borrel heeft hij dubbel en dwars verdiend!

Blijkbaar zijn er inderdaad Hogere Machten in het spel! Als broekie word ik vanuit een optisch kansloze positie snelschaakkampioen dank zij de hand van de Grote Meester.

Vervolgens liep ik ook naar de bar…

De eindstand aan de kop: Bus 7,5, Hougardy 7, Vinken 6,5, Schubert 6, Elbers 5. In de A-groep wint Van Mil (Eindhoven) voor André Bouwmeester (Brunssum), Van der Spek (Eindhoven), Beckx (Tilburg) en Renet (Geleen).

 

Zorg voor een vriend die beter schaakt dan jezelf

Frits Esser uit Kerkrade, die goed bevriend was met Alex Vinken, schreef onderstaande herinnering.

In 1978 speelde ik met Schaesberg 2 tegen 't Pionneke 2 uit Roer­mond. Beide teams stonden met een gelijk aantal punten aan de kop van de ranglijst. Er werd toen nog geloot voor de kleur en ik moest met zwart aantreden tegen P. Putt, een Engelsman. Mijn tegenstander trok het initiatief naar zich toe. Ik kwam steeds meer onder druk te staan en mijn koning maakte een gedwongen voetreis van g8 naar c8 en ook daar vond hij geen blijvende rust. Na ongeveer 35 zetten zocht mister Putt oogcontact met de non-playing captain van 't Pionneke, Frans Crijns. Deze kwam even naar de stelling kijken en gaf met een nauwelijks zichtbaar knikje zijn toestemming. Mister Putt begon de zware stukken af te ruilen om zo een gewonnen pionneneindspel op het bord te krijgen. Hij deed nog de 41ste zet en kondigde aan te willen afbreken. Ik moest mijn zet onder couvert afgeven en hoorde toen dat de rest van de partijen in 3,5 – 3,5  geëindigd was, zodat mijn partij de doorslag zou moeten geven.

Roermond vertrok opgewekt en met vriendelijke groeten en wij doken met het gehele team over mijn stelling, die hoe langer hoe meer verloren bleek te zijn. Unaniem was men van oordeel dat alleen een wonder of liever een blunder van de tegenpartij mij nog aan een remise kon helpen en met deze verschrikkelijke wetenschap toog ik huis­waarts om de volgende twee van de drie mij nog restende dagen analy­serend door te brengen.

Ik besloot mijn vriend en gabber van vele toernooien Alex Vinken te raadplegen. Hij had zo vaak gezegd: „Als je zin hebt om 'ns wat te oefenen, kom maar gerust, ik ben altijd thuis”. En zo toog ik op woensdagavond met mijn afgebroken stelling naar Spekholzerheide. Alex ontving mij met open armen en was gaarne bereid de afgebroken stelling te bekijken. Ik had met opzet niet gezegd welke kleur ik had (dit om zijn oor­deel niet te beïnvloeden). Na ongeveer twee minuten keek Alex mij triomfantelijk aan en zei: „Frits, dat is voor zwart verloren!” Ik stamelde: „Alex, maak geen grappen.... ik heb zwart!”

Ooo...zei Alex, niet in het minst uit het veld geslagen, ja... dan wacht eens even, dan moeten we nog eens kijken.

Vol spanning wachtte ik af wat hij nog zou kunnen vinden. Af en toe werden stukken verplaatst en ook weer teruggezet en opeens ging Alex rechtzitten voor een verbale samenvatting! „Je hebt nog een kans”, zei Alex bedachtzaam, „maar dan moeten wij hem door afwachtende zetten naar voren lok­ken”.

Mijn afgegeven zet was praktisch gedwongen en had niets aan de stelling verslechterd zodat Alex iedere mogelijkheid op het bord, voor wit alsook voor zwart, uitvoerde, de sleutelzet was 42....Pd7-b8. Terug naar de onderlijn dus en helemaal in strijd met vorige intenties.

De reactie van wit op deze zetvolgorde leek mij plausibel en logisch en langzaam kwam ik tot de overtuiging inderdaad nog een kans te hebben, we speelden de partij nog meerdere malen door en in een euforische juichstemming keerde ik omstreeks middernacht huiswaarts.

De volgende avond, donderdag onze clubavond, kwam keurig op tijd de Roermondse delegatie Stolz in der Brust, Siegebe­wusst het kleine zaaltje binnen, alwaar ik reeds achter de afgebroken stelling zat te wachten.

„En?” vroeg meneer Crijns, „hebt u het nog bekeken? Er zit niet veel meer in hè, het zal moeilijk worden!” Ik knikte gedwee en wachtte tot mr. Putt had plaatsgenomen. En dan eindelijk... de afgebroken zet uitgevoerd en de volgen­de zet van wit: 42. a5, dan mijn tegenzet: Pb8!

Ik had even gewacht met deze "sleutelzet" want ik wilde de reactie van mijn tegenstander zien. En inderdaad, Mr. Putt wist niet direct wat hij met deze zet moest, kennelijk niet op het bord gehad bij de analyse. Hij dacht zeker 10 minuten na en deed toen 'n slechte zet!

43. b3 ... Pc6! en pionverlies op a5.

Nu waren de kansen opeens gekeerd en moest Mr. Putt vechten voor remise, ik gaf in de resterende 24 zetten geen krimp meer en voerde de partij, tot grote vreugde van ons tweede team, rustig maar zeker naar de overwinning.

Na afloop zei Mr.Putt door de zet 42....Pb8 inderdaad van zijn stuk gebracht te zijn, bij de Roermondse huis-analyse waarbij niemand minder dan Hein v.d. Spek had geassisteerd, was deze zet niet op het bord gekomen.

De moraal?: Zorg voor een vriend die beter schaakt dan jezelf.